Veel ruimte, een mooi uitzicht en meer zelfstandigheid. Nienke Bruinsma hoefde niet lang na te denken toen ze afgelopen zomer de kans kreeg om van woonlocatie Salem te verhuizen naar de Westplaat in Middelharnis. “Ik was het hier zo gewend”, vertelt ze. “De eerste ochtend toen ik wakker werd, had ik het gevoel alsof ik op vakantie was.”

Vijftien jaar lang woonde Nienke op Salem in Dirksland. “Ik was daar klaar met ontwikkelen”, blikt ze terug. “Het werd tijd dat ik meer zelfstandigheid kreeg. Toen ik hier kwam kijken was ik gelijk verkocht. Het is zo’n mooi huis en je hebt veel ruimte, een fijne keuken en een ruim balkon met een wijds uitzicht. Veel mensen zeggen gedag als ik daar ’s zomers zit. Ik wilde graag een kamer op het noordwesten en die heb ik ook gekregen. De zon komt aan deze kant op en tot laat in het najaar kon ik nog buiten zitten.”

De bewoonster van Westplaat werkt vier dagen per week op het gemeentehuis in Middelharnis. “We beginnen erg vroeg. Om half zes stap ik uit bed”, vertelt ze. “Voordat de ambtenaren komen maken we de kantoren schoon. Half zeven gaan we daarom al van start. Het voordeel is dat ik dan al lekker vroeg klaar ben. Als ik thuiskom, kom ik eerst even bij met een kopje koffie. Daarna doe ik huishoudelijke klusjes en de boodschappen. Met de leiding maak ik een boodschappenlijstje, maar ik ga zelf naar de winkel. Vier dagen in de week kook ik voor mezelf en op dinsdag voor de groep. Twee dagen eet ik met de groep mee. In het begin moest de leiding nog assisteren bij het koken, maar ik kan steeds meer dingen zelfstandig.”

Nienke noemt de gezelligheid op Westplaat een groot voordeel. “Er is altijd wel iemand waarmee je een praatje kunt maken. Veel bewoners hebben net als ik hiervoor op Salem gewoond, dus ik kende al veel gezichten. Zo nu en dan wipt de begeleiding even binnen en ik ga regelmatig op de koffie bij m’n bovenbuurvrouw. ’s Avonds drinken we met alle bewoners koffie in de gezamenlijke huiskamer. Dat is heel gezellig. Iedereen is overdag naar het werk, zo spreek je elkaar nog eens. M’n ouders en zus zoeken me vaak op. Elke woensdagavond spreek ik met m’n vriend af, hier in mijn huis of bij hem in Stellendam. In het weekend doen we samen iets leuks. Ik heb altijd wel iets te doen.”